Kinderen en afscheid

Kinderen en afscheid
Is het niet op z’n minst merkwaardig dat kinderen op zoveel gebieden worden opgeleid om tot een succesvol leven te komen, behalve op het gebied van het leven zelf en het zekere einde ervan; de dood.

 

Kinderen en de dood zijn een haast onmogelijke combinatie. Een jong leven, volop bezig zich te ontwikkelen en te groeien, loopt niet in hetzelfde straatje als de dood. En toch………

Afscheid nemen van een kind

Een kind verliezen aan de dood slaat een gat in een (jong) gezin en haar omgeving. Wanneer duidelijk wordt dat een kind zal overlijden, betekent dat veel voor de dynamiek in een gezin, tussen ouders en het contact met familie en vrienden. Soms gaat het in die periode heel erg vanzelf, weten jullie elkaar goed te vinden en krijgen jullie de juiste steun. Soms is dat niet het geval. Zoeken naar een manier om de zorg voor een ziek kind te combineren met zorg voor eventuele andere kinderen in het gezin, werk, sociale contacten je relatie en tijd voor jezelf is meestal niet eenvoudig. Laat staan praten over het naderende afscheid. Ik kan jullie hierbij ondersteunen.

Het kan ook zijn dat je totaal onverwacht afscheid moet nemen van je kind. Geen tijd om afscheid te nemen, niets dat zich in jou kan voorbereiden op dit grote gemis in je leven. Je realiseren dat je kind er niet meer is en alle vragen die je hebt moeten samengaan met het regelen en invullen van een afscheid dat net zo mooi is als je kind. Ik heb veel expertise in huis over afscheid nemen na onverwacht overlijden.

De uitvaart

Wanneer de uitvaart van een kind wordt voorbereid is eigenlijk niets goed genoeg om te laten zien hoe mooi je kind was en wat een leegte het achterlaat. Vaak zijn er ook veel mensen en groepen betrokken bij je gezin; school, sportvereniging, vrienden, familie. Er zijn veel manieren om ook andere kinderen in het gezin, neefjes/nichtjes, vriendjes van school of kinderopvang, te betrekken bij het afscheid en dat toch op een gedoseerde manier te doen. Iedereen is geschokt en wil graag iets doen. In deze fase is het extra belangrijk dat de rust en het overzicht wordt bewaard om de juiste dingen te doen en om niet te verzanden in een veelheid van, altijd goedbedoelde, gebaren. Ik zorg ervoor dat de regie bij de ouders blijft en zal steeds zorgen dat het overzichtelijk blijft. Ik adviseer en draag, gericht, verschillende mogelijkheden aan. Echter, geen beslissing wordt genomen zonder de ouders. En waar nodig zal ik hen ook beschermen tegen teveel bezoek en wensen vanuit de buitenwereld. De dagen tussen overlijden en uitvaart hebben ouders hard nodig om een mooi afscheid vorm te geven en om tijd bij hun kind door te brengen. Niet zelden gaan die dagen voorbij aan bezoek en telefoontjes/appjes en blijft er te weinig tijd over om in alle rust bij je kind te zitten. Veel ouders hebben daar achteraf spijt van. Ik help ouders om dat te bewaken. Ik begeleid jullie tot en met de uitvaart en, waar nodig, bij het weer vinden van balans in het gezin:  rouwbegeleiding

Een kind dat afscheid moet nemen

Kinderen krijgen ook te maken met afscheid nemen. Doordat een van hun grootouders overlijdt, een ouder, broertje of zusje, of iemand anders in hun (directe) omgeving. En hoe onmogelijk de combinatie ook lijkt, kinderen zijn vaak verrassend open en begrijpen meer dan je wellicht zou denken. Velen zijn geneigd kinderen verdriet te besparen en houden hen zoveel mogelijk weg van alles rond het overlijden. Kinderen hebben het echter nodig om betrokken te zijn, te voelen dat ze mee mogen doen. Een kind dat oud genoeg is om zich aan iemand te hechten, is ook oud genoeg om afscheid te nemen en te rouwen. Ik betrek kinderen dus zoveel mogelijk bij het afscheid. Laat hen, waar het kan, meedenken over hoe het afscheid eruit moet zien en welke rol zij daarin willen, en kunnen, vervullen. Zij hadden immers een volwaardige relatie met degene die is overleden en zullen net zo goed afscheid moeten nemen als volwassenen. Bovendien kunnen zij veel leren over omgaan met verdriet en troost. Je kunt kinderen goed helpen in deze fase door hen eerlijke informatie te geven, hen te betrekken bij wat er gebeurt en hen ruimte te geven om hun verdriet op hun eigen manier te uiten.

De uitvaart

Ieder kind is anders en vraagt om een eigen rol in aanloop naar de uitvaart en op de dag zelf. Sommigen vinden het fijn een rol op de achtergrond te hebben; programmaboekjes uitdelen, stoelen klaarzetten, foto’s uitzoeken. En voor sommigen is het fijn om meer op de voorgrond te treden; iets vertellen of muziek spelen tijdens de uitvaart, helpen bij het rijden of dragen van de kist. We zorgen er samen voor dat het kind zich op zijn plek voelt en kan doen wat het graag wil. Waarbij er altijd ruimte is om op het laatste van gedachten te veranderen, want kinderen zijn soms wispelturig in wat zij willen en er gebeurt niets onder dwang.

 

Kinderen en rouw, uit het boek: “Rouwe kost; een handreiking bij sterven en rouw”

Als je wilt leren om dichter bij de dood en rouw te staan, begin dan eens met naar kinderen te kijken. Zij zijn nog niet belast met ervaringen die hun angst ten opzichte van de dood hebben gevoed. Daarnaast zijn kinderen open en intuïtief. Ze stellen vragen om te leren en hebben het nodig om daar eerlijke antwoorden op te krijgen. Ze geven minder woorden aan emoties, maar handelen van nature intuïtief. De meeste kinderen zullen daarom niet nadenken als hen bijvoorbeeld wordt gevraagd te gaan kijken naar hun overleden oma. Ze gaan gewoon. Het zijn de volwassenen die hun angst of onzekerheid voeden door hen weg te houden van de dood en er niet met hen over te praten. Veel over het hoe, wat en waarom wordt verzwegen of verdraaid voor kinderen onder het motto ‘we willen ze geen verdriet doen en ze beschermen tegen pijn’. In feite laat je kinderen op deze manier alleen met hun vragen en verdriet. En leren we hen zo, al van jongs af aan, om gespannen en ontwijkend om te gaan met ziek zijn, overlijden en rouw.

Rouw in verschillende leeftijdsfases

Om beter beeld te krijgen van rouw bij kinderen is het belangrijk om naar de fases in ontwikkeling van kinderen te kijken. Het geeft inzicht in wat er zich afspeelt bij het kind en wat zij wel of niet begrijpen van de dood en van hun eigen emoties.

Baby’s in de eerste maanden

In de eerste maanden hebben baby’s vooral eten, slaap, verzorging en een veilige, liefdevolle omgeving nodig. Als de patronen van voeding, verzorging en slaap anders worden en door anderen worden ingevuld dan zullen zij dit merken en missen als het uitblijft. Deze behoefte kan uiteraard, tijdelijk, ingevuld worden door een ander dan de ouders. Probeer dan zoveel mogelijk vaste mensen in te zetten en vaste patronen te handhaven voor hun verzorging.

Vier maanden tot twee jaar

Baby’s en kinderen in deze leeftijd hechten zich aan vaste verzorgers. Ze voelen aan wanneer die er niet zijn of als er iets mis is. Denk dus vooral niet dat kinderen in deze leeftijd niets van de spanning of het verdriet meekrijgen. Ze kennen het dagritme en voelen wanneer ouders in beslag worden genomen door verdriet. Hun omgeving verandert en daar reageren ze op. Omdat ze nog niet beschikken over taal om hun gevoelens van spanning, onzekerheid en angst onder woorden te brengen, zie je het vaak terug in bijvoorbeeld hun eet- en slaapgewoonten. Praat tegen hen en vertel ook op deze leeftijd wat er speelt. Gewoon in de gang van het dagelijks bestaan. Terwijl je ze eten geeft of verschoont. Of terwijl je even met hen speelt. En geef aan dat er goed voor ze gezorgd zal worden. Ze zullen dan wel niet al je woorden begrijpen maar zeker wel de openheid en geruststelling voelen waardoor hun gevoel van veiligheid niet al te erg in de verdrukking komt.

Twee tot vijf jaar

In deze leeftijdsfase kun je al meer met kinderen praten over wat er gebeurt of zal gaan gebeuren. Al zijn zij, ook in deze fase, nog niet in staat om hun gedachten en gevoelens onder woorden te brengen. Veel van hun gevoel van verdriet of onbehagen zie je terug in hun gedrag: opstandig, onwelwillend of regressief gedrag (een stap terug doen in hun ontwikkeling door bijvoorbeeld weer in hun broek te plassen waar ze al zindelijk waren). Door hen eerlijke informatie te geven over ziekte, overlijden en verdriet zullen ze erop blijven vertrouwen dat je hen belangrijk vindt en dat ze onderdeel zijn van wat er gebeurt. Ook geef je daarmee aan dat er ruimte mag zijn voor verdriet, twijfel, boosheid. Bovendien kunnen zij zich voorbereiden op wat komen gaat. Samen met anderen in hun gezin en omgeving. Maar ze kunnen nog niet voldoende begrijpen wat alles betekent en wat de consequenties zijn. Dat de dood onomkeerbaar is bijvoorbeeld. Kinderen kunnen denken dat papa of mama met Kerstmis weer terug komt of er op hun verjaardag toch wel weer zal zijn. Wanneer ze soldaatje spelen en iemand dood schieten, staat die een moment later op om weer door te gaan. Dat de dood ook definitief kan zijn, is voor hen niet goed te begrijpen. Je kunt het hen uitleggen aan de hand van een dier dat zij misschien wel eens dood hebben gezien, een vlieg in huis bijvoorbeeld. Of aan de hand van kapot speelgoed. Ook typisch voor deze leeftijd is het magisch denken: ze kunnen bijvoorbeeld denken dat ze schuld hebben aan de dood omdat ze een keer onaardig waren. Kinderen zullen hier uit zichzelf niet zo gauw over beginnen. Deze ideeën achterhalen en ontkrachten is erg belangrijk.

Vijf tot acht jaar

In deze fase hebben kinderen heel veel vragen. Over de details van ziekte, behandelingen, medicijnen. Over wat dood is en waar we dan heen gaan. Over waarom je huilt als je verdrietig bent. Eindeloos veel vragen waar je misschien niet altijd een goed antwoord op kunt vinden. Zeker als ze over zaken gaan rondom het sterven die erg pijnlijk zijn: euthanasie, zelfdoding, somberheid. Toch hebben kinderen het meeste baat bij eerlijke antwoorden, afgestemd op hun leeftijd en persoonlijkheid. Met een verzonnen antwoord loop je uiteindelijk vast omdat kinderen in deze leeftijd door blijven vragen totdat ze snappen of geloven dat het klopt.

Ook ontkenning van wat er gaande is, is een belangrijk mechanisme bij kinderen van vijf tot acht jaar. Daardoor krijgen deze kinderen niet altijd de ondersteuning die zij nodig hebben. Een voorbeeld van mensen in hun omgeving die er over praten en hun emoties laten zien is voor hen erg helpend. Er is soms een lange adem nodig en vele uitnodigingen om over hun gedachten en gevoelens te praten. Zonder op te dringen kun je ze op die manier steeds een opening bieden om hun verhaal te vertellen.

Acht tot twaalf jaar

Kinderen op deze leeftijd verbergen vaak hun gevoelens omdat ze niet kinderachtig willen zijn. In hun afkeer van kinderachtig gedrag (huilen, zich klein en kwetsbaar voelen) zullen zij juist het tegenovergestelde laten zien: opstandig, brutaal gedrag. Onterecht wordt dit dan gezien als moeilijk gedrag en wordt het bestraft. Terwijl ook deze kinderen steun en begrip nodig hebben. Ook al ontkennen ze dat in alle toonaarden. Veel kinderen in deze leeftijdsfase zullen technische vragen stellen over de dood: hoe diep word je begraven, hoe heet is de crematieoven en hoe lang duurt het voordat je verbrand bent? Ze hebben eerst de behoefte om op al die vragen antwoord te krijgen voordat er een opening kan zijn naar hun gevoel. Deze kinderen kunnen ook fobieën ontwikkelen, bezorgd en angstig worden om de anderen in hun gezin te verliezen en dwangmatig zorgen voor de overgebleven gezinsleden. Wanneer de situatie thuis weer rustiger en stabieler is, komt er voor hen meestal pas ruimte om te rouwen.

Puberteit

Misschien wel de lastigste periode om iemand in je leven te verliezen. Voor alle kinderen geldt – maar zeker voor pubers – dat ze bij een groep willen horen. Hun kleding, fiets, schooltas, haardracht, woordenschat is afgestemd op wat de heersende norm is. Daarvan afwijken betekent afwijken van de groep en er meestal geen onderdeel meer van zijn. Iemand binnen je gezin verliezen is zo’n ‘afwijking’. Pubers zullen er daarom in eerste instantie alles aan doen om hun positie in de groep veilig te stellen. Zij doen dat door gewoon naar school, sport, feestjes te gaan en hun leven voort te zetten zoals voor het overlijden. Daar schrikt de omgeving nog wel eens van. Zijn bang dat ze het verlies ontkennen en hun verdriet uit de weg gaan. Het is echter een volkomen normale reactie van pubers. Thuis is de situatie veranderd, dat willen zij niet ook op school of binnen hun vriendengroep. Laat ze vooral dat pad bewandelen. Geef openingen – op een veilig moment en op een veilige plek – om erover te praten. Maar push hen niet hun emoties te tonen. Daarmee zullen ze zich juist verder op afstand zetten.

Naast verschillen in leeftijdsfases zijn er ook veel overeenkomsten bij de begeleiding van kinderen bij rouw:

Geef eerlijke informatie

Vertel kinderen eerlijk wat er aan de hand is. Dat papa of mama ziek is bijvoorbeeld. Wat de oorzaak van de dood is wanneer iemand zelfmoord heeft gepleegd. Dat iemand dood is en niet slaapt. En dat dat heel iets anders is. Verdraai of verzwijg het niet. Ten eerste voelen ze vaak intuïtief aan dat er meer aan de hand is en worden ze onzeker van de kloof tussen wat ze van jou horen en wat ze aanvoelen. Daarnaast horen kinderen alles. Je hoeft maar een half woord tegen iemand te zeggen wanneer kinderen in dezelfde ruimte zijn en ze weten dat het anders zit. Het is schadelijk voor kinderen om informatie achter te houden omdat ze dat wat ze niet weten zelf gaan invullen. Realiseer je daarbij dat hun fantasie vaak vele malen erger is dan de werkelijkheid. Daarnaast schaad je het vertrouwen van het kind als je de realiteit verzwijgt of verdraait. Op een bepaald moment komen ze achter de waarheid (meestal dan via iemand anders) en weten ze niet meer wanneer ze op jouw woorden kunnen vertrouwen.  Twee belangrijke redenen dus om kinderen in alle fases de juiste informatie te geven. Nu hoor ik je denken: moet je dan alle nare, gruwelijke details vertellen? Moet je dan al meteen vertellen dat hun moeder doodgaat terwijl het nog wel een jaar kan duren? Uiteraard geef je een kind antwoorden afgestemd op zijn leeftijd. Leg je de dingen uit op het niveau van het kind. En gebruik je woorden die voor een kind op die leeftijd herkenbaar zijn. Echter zonder dingen te verzwijgen. Want je kunt erop vertrouwen dat een kind toe laat wat het aan kan. Als een kind er nog niet aan toe is zal het stoppen met vragen stellen. Wanneer het iets ouder is, en verder in zijn ontwikkeling, komen er weer nieuwe vragen. Opnieuw passend bij zijn leeftijd en bij wat het aan kan. Ook daar zijn kinderen heel natuurlijk in. Vertrouw op hen!

Een vertrouwenspersoon

De meeste kinderen en jongeren zullen hun pijn en verdriet niet aan de ouders – of anderen die dichtbij staan – laten zien. Ze voelen de pijn en verdriet van een ander en willen hen niet extra belasten met hun eigen verdriet. Hoe graag je dit als ouder ook zou willen. Weet dat het niets zegt over de relatie die je met je kind hebt. Zoals volwassenen hun kinderen beschermen tegen nare situaties, zo zullen kinderen op hun beurt ook hun ouders beschermen tegen al teveel verdriet. Belangrijk is dat zij een vertrouwd persoon in hun omgeving hebben die meer afstand heeft van het verdriet en waar ze terecht kunnen. Een buurvrouw, meester of juf op school, ouders van een vriendje, trainer/coach bij de sportclub. Vraag hen expliciet om deze rol te vervullen. De meesten doen dit met liefde en voor het kind is er een veilige haven buiten ‘het hart van de orkaan’.

Handhaaf structuur en regels

Structuur, regelmaat en regels zijn voor kinderen een belangrijke houvast in hun dagelijks leven. Op het moment dat er iemand binnen het gezin ernstig ziek is of overlijdt, zijn deze nog belangrijker. Er valt namelijk een zekerheid binnen het gezin weg en daarmee wankelt hun houvast. Maar juist dan zie je vaak dat de structuur in een gezin wegvalt. Kinderen mogen meer dingen die ze eerder niet mochten, ze worden vaker door anderen opgevangen en de regelmaat is weg. Probeer dus zoveel mogelijk de regels te handhaven en regelmaat in de dagen te houden. Al zijn het de kleine dingen. Naar school en sport gaan, met elkaar eten, een verhaaltje voor het slapen gaan. Als ouders dat niet doen, hebben kinderen vaak na die tijd de grootste moeite om weer in het oude ritme terug te komen. En voor de ouder(s) kost het extra energie (die zij vaak niet hebben in deze fase) om regels weer te handhaven.

Dit geldt niet alleen voor thuis maar ook voor de klas wanneer kinderen op school zitten. Hen meer dingen toestaan omwille van medelijden met het kind, doet het kind – zeker op lange termijn – geen goed. De meeste kinderen willen daarnaast ook helemaal geen uitzondering zijn in de groep. Ook op school zijn ze het meest gebaad bij de vaste structuur en regels die voor alle kinderen gelden. Natuurlijk kun je ze wel op een rustig moment eens vragen hoe het gaat en laten merken dat je er voor ze bent. Maar maak de aandacht en de uitzondering niet te groot.

Betrek kinderen actief bij elke fase

Betrek kinderen zoveel mogelijk bij de laatste levensfase, het sterven en de uitvaart. Laat ze, waar het kan, meedenken over hoe het afscheid eruit moet zien en welke rol ze daarin kunnen vervullen. Een kind dat oud genoeg is om zich te hechten en een verbinding met iemand te hebben, is ook oud genoeg om volwaardig afscheid te nemen en te rouwen. Bovendien kun je hen veel leren over omgaan met verdriet en over troost. Geef kinderen vooral ruimte om op hun eigen manier, en hun eigen moment, verdrietig te zijn.

Vertrouw op hen

Kinderen rouwen op een heel natuurlijke manier. Wanneer zij zich vrij en op hun gemak voelen zullen ze hun verdriet laten zien. Maar ook zullen ze een manier kiezen die past bij hen en dus goed voor hen is. Uiteraard kun je ze stimuleren om over hun verdriet te praten. Door ernaar te vragen maar ook door zelf iets over je verdriet te vertellen. Daarmee geef je een voorbeeld. Weet dat kinderen slechts korte momenten met hun verdriet bezig zijn en dan weer overgaan tot de orde van de dag. Maak je daar geen zorgen over. Wanneer een kind voelt dat je er bent als het je nodig heeft, en er zijn mensen in de omgeving die om hen heen staan, dan zullen ze vanzelf met hun verdriet komen. Vertrouw op hen!